De jongerenwebsite van de taalunie

geschiedenis
   

1250 (ca.)

Eerste gedichten in volkstaal

Hadewijchs eerste gedicht: Ay al es nu die winter cout / cort die daghe / ende die nachte langhe.
Hadewijchs eerste gedicht: Ay al es nu die winter cout / cort die daghe / ende die nachte langhe.

De begijn Hadewych schrijft een groot aantal gedichten, waarin zij als eerste in Europa religieuze visioenen beschrijft in de volkstaal. De bekendste regels die aan Hadewych worden toegeschreven zijn de eerste regels van een gedicht: 

Alle dinghe sijn mi te inghe, ic ben soo wijt

Alle dingen zijn me te nauw, ik ben zo wijd

'Den scoenen man'

In een van haar visioenen schrijft Hadewijch:

Maer saen in corter uren verloesic den scoenen man van buten in siene vormen, ende ic sachene al te niete werden ende alsoe sere verdoiende werden ende al smelten in een, soe dat icken buten mi niet en conste bekinnen noch vernemen, ende binnen mi niet besceden. 

Maar al heel gauw verloor ik de uiterlijke vorm van de mooie man uit mijn ogen en ik zag hem vervagen tot hij er niet meer was en zo snel opgelost worden en tegelijk wegsmelten, dat ik hem buiten mezelf niet kon bekennen of waarnemen, en binnen mezelf niet van mij kon onderscheiden.

Gerelateerde berichten