De jongerenwebsite van de taalunie

lezen
   

Interview met Write Now!-winnares Lize

Over schrijven als voorrecht

Lize Spit: 'Het moeizame aan schrijven ligt hem vooral in het feit dat niemand op een zoveelste schrijver zit te wachten. '
Lize Spit: 'Het moeizame aan schrijven ligt hem vooral in het feit dat niemand op een zoveelste schrijver zit te wachten. '

Lize Spit won Write Now! 2013. Janine Smit (17) interviewde haar in het najaar van 2013 over ambities, moeilijke momenten en het winnaarsgevoel. 'Ik denk dat ik het schrijven drie op de vijf dagen echt moeilijk vind. Maar dat komt omdat ik uit het oog verlies dat ik er zelf voor gekozen heb om te schrijven, en dat het eigenlijk een voorrecht is er de hele dag mee bezig te kunnen zijn.'

Wie is Lize Spit eigenlijk?

Ik ben van 1988, woon ondertussen al acht jaar in Brussel. Ik schrijf scenario’s, poëzie en proza, heb een bureautje in de rand van Brussel waar ik heenga om te werken. Naast het schrijven vind ik het leuk om in de Brusselse Marollen oude spullen op de kop te tikken, hou ik van huiselijkheid en breng ik graag tijd door met vrienden.

Waar kom je oorspronkelijk vandaan?

Viersel, een dorp in de Antwerpse Kempen.

Studeer je?

In 2010 behaalde ik een master Scenario aan de filmschool RITS in Brussel. Ik volgde de afgelopen twee jaren les aan de schrijversacademie Antwerpen.

Hoe kwam je erbij om mee te doen aan Write Now!?

Vorige editie nam ik deel nadat ik ergens een oproep van de wedstrijd zag hangen in de toiletten van een cafeetje in Antwerpen. Ik haalde toen de finale, en omdat het zo’n fijne ervaring was, deed ik dit jaar opnieuw mee.

'Je hoeft de finale niet te winnen om opgemerkt te worden.'


Was het moeilijk om iets te verzinnen voor de wedstrijd?

Ik had al enkele ideeën op papier, dus ik wist vrij snel waar ik over zou schrijven. Na mijn finaleplaats in 2012 wist ik dat we maar enkele weken de tijd kregen om een nieuwe inzending te schrijven, dus dit jaar was ik daar op voorhand aan begonnen.

Wat vond je van de wedstrijd?

Wat Write Now! zo goed maakt is dat de wedstrijd erg bekend is. De organisatie pakt alles grondig aan, op de website kan je telkens de winnende voorronde-verhalen lezen. Passionate zet zich in voor de winnaar en biedt podiumplaatsen aan op festivals. Ik raad iedereen aan om deel te nemen, want je hoeft de finale niet te winnen om opgemerkt te worden.

Hoe voelt het om de winnares van Write Now! te zijn?

Ik vond het fijn om mijn winnende kortverhaal te mogen voorlezen. Wat jammer was: op de vooravond van het finaleweekend werd ik aangereden door een auto. De operatie van mijn gebroken knie werd uitgesteld tot na de prijsuitreiking, zodat ik toch aanwezig kon zijn. Omdat ik behoorlijk veel medicatie nam, heb ik het weekend en de week die volgde van onder een stolp ervaren. Al denk ik dat de overwinning de beste remedie tegen de pijn was.
Write Now! winnen gaf mijn schrijven een stevig duwtje in de rug. Ik heb onder andere een Macbook gewonnen, maar eigenlijk is de zichtbaarheid die de overwinning oplevert meer waard dan de materiële prijzen. Mijn verhaal werd gepubliceerd in de Metro en NRC Handelsblad. Op die manier heeft een massa mensen mijn tekst gelezen. Dat is onbetaalbaar.

'Meestal schrap ik twee derde van de oorspronkelijke tekst.'


Waarom ben je ooit begonnen met schrijven?

In de lagere school was mijn lievelingsvak ‘opstel schrijven’. Jammer genoeg deden we dat niet vaak, slechts om de twee of drie weken, dus ging ik er thuis in m’n eentje mee verder. Het allereerste wat ik schreef waren limericks.
Een juffrouw in het derde leerjaar begon te huilen toen ik een limerick voorlas, en aan die bevestiging heb ik me lang vastgeklampt, bijna als een excuus om ermee te kunnen verdergaan. Pas op mijn twintigste, toen ik zelf om iets heel stoms moest huilen, bedacht ik dat er een kans was dat haar huilbui helemaal niets met mijn limerick te maken had. Ach ja, dacht ik toen, het heeft voor mij wel iets veranderd.

Wat schreef je zoal?

Ik schreef gedichten, korte verhaaltjes en een dagboek. In het vijfde leerjaar schreef ik een eerste ‘boek’. Ik heb het bewaard, en een tijdje geleden herlezen. Het zijn dertig handgeschreven blaadjes, het verhaal begint met een jongen die gewekt wordt door het rinkelen van een wekker. Een openingszin die men in elke schrijfcursus zal afraden. Een van de vrienden van het hoofdpersonage wordt ontvoerd en vastgehouden op een schip. Het was geen goed verhaal, maar het toont wel hoe vastberaden ik als tienjarige was om schrijfster te worden.

Hoe ga je te werk bij het schrijven?

Ik schrijf het beste als ik een deadline krijg. Ik bepaal op voorhand waar mijn verhaal over zal gaan, hoe het begint en hoe het zal eindigen.
Tijdens mijn studies pakte ik het anders aan, toen begon ik met een zin of een beeld en begon ik te schrijven zonder te weten waar het verhaal naartoe zou gaan. Nu heb ik echt een structuur op papier nodig om de boog van het verhaal niet uit het oog te verliezen. 
Terwijl ik aan het schrijven ben, herschrijf ik de voorgaande zinnen. Als ik klaar ben, print ik de tekst uit en doe ik aanpassingen. Meestal schrap ik gaandeweg twee derde van de oorspronkelijke tekst.

Heb je ook wel eens moeite met het schrijven?

Ja, zeker. Het moeizame aan schrijven ligt hem vooral in het feit dat er niemand echt op een zoveelste schrijver zit te wachten. Deadlines zijn een grote hulp, maar dan nog stel ik voortdurend in vraag waar ik mee bezig ben en waarom. Ik moet de noodzaak blijven voelen om dat wat ik schrijf te willen vertellen, anders maak ik het niet af.
Ik denk dat ik het schrijven drie op de vijf dagen echt moeilijk vind. Maar dat komt omdat ik uit het oog verlies dat ik er zelf voor gekozen heb om te schrijven, en dat het eigenlijk een voorrecht is er de hele dag mee bezig te kunnen zijn.
Een dipje in het schrijven komt meestal in de namiddag, dan kan ik me plots leeg voelen. In de ochtend of laat in de avond kan ik scherper nadenken.

'Koffie haalt de mist uit mijn hoofd.'


Wat doe je als je even niet weet wat je schrijven moet?

Omdat ik meestal een structuur op papier heb voor ik aan de slag ga, weet ik wel wat te schrijven, maar weet ik vaak niet hoe. Dan zoek ik dingen die inspireren, muziek, beelden of willekeurige stukken tekst. Raar maar waar, ik kan ook gemotiveerd raken door dingen die ik niet goed vind.
Doelloos rondklikken op internet, dat helpt ook. Omdat het web zo eindeloos en omvangrijk is, heb ik na een tijdje terug nood aan de afgelijnde ruimte van mijn verhaal.
Soms drink ik koffie. Eigenlijk lust ik dat niet zo graag, ik doe er altijd veel melk bij, maar het haalt wel de mist uit mijn hoofd.

Wat ben je van plan in de toekomst?

Deze zomer begon ik aan mijn debuutroman. Het komende jaar zal ik vooral daar aan werken.

Dit stukje staat ook in het boekje Nederlands voor Taalhelden van Ludo Permentier, uitgegeven door de Taalunie, Van Dale en Uitgeverij Pelckmans.

Reacties

Tijdens het luisteren naar de mooie vrolijke stem van LizeSpits in De Taalstaat werd mijn nieuwsgierigheid gewekt.
Straks ga Ik Rob van Essen aan een nader onderzoek onderwerpen. Leuk om de verschillen in hun moedertalen te horen. Helaas verstond Ik niet wat Rob van Essen nu tegen de poes zegt.

 

Hoi Margreet,

Wat Rob van Essen tegen de kat zegt, stond toevallig ook uitgeschreven op Radio 1.

Rob van Essen: "Ik roep nu ook 'zal 't gaan ja' tegen de kat!"

Hier vind je het hele interview: https://radio1.be/rob-van-essen-ik-roep-nu-ook-zal-t-gaan-ja-tegen-de-kat

Groetjes, Maartje - van Taalhelden

Gerelateerde berichten

In de leukste boeken kun je je herkennen
lezen

In de leukste boeken kun je je herkennen

Jongeren willen zich graag inleven