Janine interviewt Mirjam Mous
'Het is alsof ik het zelf meemaak'
'Het is alsof ik het zelf meemaak'

Taalhelden-redacteur Janine Smit (16) interviewde in de zomer van 2013 schrijfster Mirjam Mous. Over schrijftips, spanning, ontspanning en geloofwaardigheid. 'Een goedgeschreven verhaal over een vampier kan geloofwaardiger zijn dan een slecht geschreven verhaal over een gewoon meisje.'
Heb je je wel eens afgevraagd hoe het is als je niemand meer kan vertrouwen? Hoe het leven eruitziet als je geen idee meer hebt wat je doen moet? In het boek Boy 7 wordt de hoofdpersoon keer op keer onderworpen aan dergelijke situaties. Situaties waar een normaal mens zich geen raad mee zou weten. Maar hoe komt zo’n verhaal tot stand? De bekende schrijfster Mirjam Mous weet precies hoe ze dat voor elkaar moet krijgen. Met haar verschillende thrillerverhalen weet ze de lezer op het puntje van zijn stoel te houden. In een uitgebreid interview vroeg ik naar haar werkwijze.
Mirjam Mous (geboren in 1963) groeide op in Made. Hoewel Mirjam geen broertjes of zusjes had, vermaakte ze zich prima. Elk boek dat op haar pad kwam, ontkwam niet aan haar gretige handen. Het liefst las ze dikke boeken, omdat ze zo minder snel afscheid hoefde te nemen van de personages. Al heel lang wist Mirjam dat ze schrijfster wilde worden, maar eerst werkte ze nog op een school voor kinderen met sociaal-emotionele problemen. Dat was de plek waar ze haar inspiratie vond.
Is het moeilijk om een idee uit te werken op papier?
Het is soms een heel gepuzzel, ja. Het gaat vrijwel nooit vanzelf. Dat een tekst gemakkelijk leest, wil niet zeggen dat het ook gemakkelijk was om hem zo op te schrijven. Daar moet ik hard mijn best voor doen.
'Ik zoek naar een grappige of spannende
beginsituatie en dan ga ik aan de slag.'
Hoe bereidt u een verhaal voor?
Ik bereid meestal weinig voor. Ik zoek naar een grappige of spannende beginsituatie en dan ga ik achter mijn computer zitten en aan de slag. De rest van het verhaal ontstaat pas tijdens het schrijven. Alleen voor mijn boek Doorgeschoten dat gebaseerd is op de schietpartij op de Columbine High School heb ik vooraf informatie opgezocht via internet, krantenartikelen en tv-documentaires.
Maakt u schema's van wat u wanneer vertelt?
Nooit vooraf. Als het verhaal erg ingewikkeld is, maak ik tijdens het schrijven wel een soort samenvatting – het nummer van het hoofdstuk met een paar steekwoorden erachter om fouten te voorkomen.
Verandert er nog veel aan die voorbereiding tijdens het schrijven?
Aangezien er nauwelijks tot geen voorbereiding is: nee.
Loopt het verhaal ook wel eens anders dan u heeft gepland?
Ik plan meestal niets van tevoren. Het is me wel overkomen dat de mannelijke ik-figuur in mijn boek De juf is een heks tegen het einde een meisje moest worden – ik besefte dat pas toen duidelijk werd dat ze heksenkrachten en geen tovenaarskrachten moest krijgen.
Wat doet u als u even niet meer weet wat u moet schrijven?
Stukje wandelen. Even liggen met mijn ogen dicht.
'Zet de lezer op het verkeerde been.'
Wat is de beste manier om spanning in het verhaal te stoppen?
Er is geen beste manier. Er zijn veel verschillende manieren en het hangt er ook maar net van af wat voor soort verhaal het is. Niet alle manieren zijn altijd toe te passen.
- Geef nooit in een keer alle informatie prijs. Laat de lezer er stukje bij beetje achter komen hoe het zit. Maak hem nieuwsgierig en zet hem op het verkeerde been.
- Je kunt spannende dingen ook spannend opschrijven. Is iemand bang? Dan worden de zinnen bijvoorbeeld korter. Voorbeeld: De jongen wist zeker dat hij achtervolgd werd en keek om, maar er was niemand te zien. Of: Hij werd achtervolgd. Zeker weten! Hij keek om. Pfff, niemand. In de tweede zin hoor je meer de angst, zit je dichter op de jongen en dat is in mijn ogen spannender.
- Zorg dat je een hoofdstuk met een cliffhanger eindigt.
- Je kunt spelen met de tijd: het toen en nu afwisselen om de spanning op te bouwen, dingen pas later vertellen zodat ze eerst nog niet helemaal duidelijk zijn voor de lezer, zoals in mijn boek Vals Spel. Of juist vooruitkijken, zo van: Ik dacht dat het een geweldige dag zou worden, maar … De lezer wordt dan nieuwsgierig: wat gaat er gebeuren?
- Zorg ervoor dat het af en toe misgaat en dat je personage hindernissen tegenkomt. Als het de hoofdpersoon steeds meezit, is dat niet spannend. De lezer moet denken: o o, als dat maar goed afloopt.
- De spanning zit vaak niet in de actie, zoals een bom die ontploft, maar in het moment daarvoor: als je weet dat er een bom onder tafel ligt en dat die elk moment kan ontploffen.
Welke onderdelen moet een fantasy-verhaal zeker bevatten?
Geen idee. Ik beschouw mezelf niet als een auteur van fantasy-verhalen. Ik schrijf soapseries, meidenboeken, probleemboeken en thrillers. Boy 7 valt voor mij ook onder de thrillers. Het heeft wel een fantasy-randje, maar het zou bijna echt kunnen gebeuren. Er zijn al mensen met een chip in hun lichaam.
'Ik dacht: wat zou ik zelf heel spannend en eng vinden?'
Is het schrijven van een fantasy-verhaal moeilijker dan het schrijven van een realistisch verhaal?
Nee. Voor beide verhalen gelden dezelfde regels: de lezer moet het kunnen geloven, of het nou fantasy is of niet. Een goedgeschreven verhaal over een vampier kan geloofwaardiger zijn dan een slecht geschreven verhaal over een gewoon meisje. Het hangt niet af van het onderwerp, maar van of je personage klopt en je verhaal overtuigend genoeg is.
Hoe bent u op het idee gekomen voor het boek Boy 7?
Ik bezoek vaak scholen. Jongens vroegen me wanneer ik eens een keer een heel spannende thriller zou gaan schrijven. Dat is Boy 7 geworden. Mijn lezers zijn wel vaker een inspiratiebron. Ik dacht: wat zou ik zelf heel spannend en eng vinden? Antwoord: als ik de controle verlies, als ik niemand meer kan vertrouwen. Dus bedacht ik een jongen met geheugenverlies. Als je al je herinneringen kwijt ben, raak je volgens mij ook alle vaste grond onder je voeten kwijt. Verder kwam ik net terug van mijn vakantie in Namibië in Afrika en daar zijn heel veel kale, gele grasvlaktes. Dat beeld zat nog in mijn hoofd. Sterker nog: de foto van de grasvlakte op het omslag is een vakantiefoto die ik zelf heb gemaakt. Dus begon ik het boek met een jongen op zo'n grasvlakte - verlaten, alleen en totaal in de war. Ik had zelf ook nog geen idee wat er met de jongen aan de hand was. Zo werk ik meestal. Dan is het net of ik het zelf meemaak.
Bij een boek als Boy 7 is het belangrijk dat u de lezer geboeid houdt, hoe doet u dat?
Informatie doseren. Spelen met de tijd. Boy 7 wil op het eind de jongens redden – dat hij dat binnen een bepaalde tijd moet doen, voert de spanning op. Verder doe ik dat door de lezer net zo weinig te laten weten als het hoofdpersonage, door er veel vaart en cliffhangers in te stoppen, door niet voorspelbaar te zijn en door het soms mis te laten gaan.
'Geef stukje voor stukje informatie,
alsof je een ui laagje voor laagje afpelt.'
Heeft u nog tips voor jonge schrijvers die zelf ook graag een fantasy-verhaal zouden willen maken?
Ik heb alleen algemene schrijftips, aangezien ik niet goed op de hoogte van het fantasy-genre ben.
1. Schrijf over iets waar je verstand van hebt en veel van weet. Voorbeeld: gek op voetbal? Laat je hoofdpersoon ook voetbalgek zijn en een wedstrijd spelen.
2. Begin niet meteen met een heel boek, maar met een kort verhaal.
3. Zorg dat je verhaal een duidelijk begin – midden – eind heeft. Om te oefenen: neem bijvoorbeeld een mop die je kent en schrijf die op als een verhaal. Plak niet alle zinnen aan elkaar vast. Begin waar nodig op een nieuwe regel, maak alinea's en gebruik aanhalingstekens. Dat leest veel prettiger. Ook krijg je daardoor zelf een beter overzicht.
4. Begin meteen met iets spannends of geks, of een probleem, zodat de lezer nieuwsgierig wordt en verder wil lezen.
5. Meestal komen er meerdere mensen in je verhaal voor. Kies één iemand uit, maak hem of haar de hoofdpersoon en schrijf alles op vanuit hem of haar. Wat ruikt, proeft, voelt, ziet, denkt hij of zij? Ga in het hoofd en gevoel van die persoon zitten. Dan leeft de lezer ook met hem of haar mee.
6. Kies een hoofdpersoon die bij je past, schrijf over een jongen of meisje van je eigen leeftijd. Dan kun je steeds denken: hoe zou ik me voelen? Wat zou ik in zo’n geval doen? Dan kun je je goed inleven.
7. Om je hoofdpersoon nog beter te leren kennen: maak een lijstje. Wat is bijvoorbeeld zijn of haar hobby, karakter, lievelingseten, grootste angst? En hoe ziet hij of zij eruit? Je hoeft niet alles van je lijstje in je verhaal te gebruiken. Maar op die manier leer je iemand door en door kennen en kun je dus ook beter over hem of haar schrijven.
8. Probeer alles op te schrijven alsof je het als een film voor je ziet. Dan gaat het ook voor de lezer leven.
9. Verklap niet alles in één keer. Geef steeds stukje voor stukje informatie, alsof je een ui laagje voor laagje afpelt. Zo bouw je de spanning op.
10. Het maakt niet uit waarover je schrijft, als de lezer het maar gelooft. Wanneer iemand een blauwe broek aan heeft, is die vijf minuten later niet ineens rood, tenzij hij zich verkleed heeft. Gebruik details om het echt te maken. Komt iemand die niet tegen rommel kan in een heel vuil huis? Dan zal hij daar iets bij denken of er een opmerking over maken.
11. Stop met een hoofdstuk op het moment dat het net spannend wordt. Dan is de lezer nieuwsgierig en wil hij graag verder lezen!
12. Weet je niet meer hoe je verder moet? Leg je boek dan een poosje weg. Na een tijdje kun je meer afstand nemen en het weer met een frisse blik bekijken. Vaak zie je dan waarom je niet verder kon of waar het in de knoop zat.
13. Als je schrijft, weet je meer dan de lezer. Daarom zie je wel eens iets over het hoofd, of je vergeet bepaalde dingen uit te leggen, omdat ze voor jou al duidelijk zijn. Laat daarom altijd een ander je verhaal lezen. Dan weet je of het ook voor de lezer te volgen is.
14. Bedenk wat je wilt vertellen en verzin daar een scène bij. Wil je bijvoorbeeld laten weten dat Janneke heel jaloers is? Schrijf dan niet op: Janneke is jaloers. Maar verzin een situatie waarin je kunt laten zien dat Janneke jaloers is. Ze is bijvoorbeeld op een feestje en heeft zich erop verheugd om een jongen te zien. Misschien wil hij wel met haar dansen. Maar dan komt er een ander meisje dat met die jongen gaat dansen. Janneke kan wel huilen... enz.
15. Je kunt je verhaal ook langer maken door hindernissen op te werpen. Bijvoorbeeld: een gezin wil op vakantie. Ze zijn onderweg, maar dan gaat de auto stuk (hindernis 1). Is hij eindelijk gemaakt en rijden ze om tijd in te halen via een kortere route verder, blijken ze verdwaald te zijn (hindernis 2). Zo heb je al heel wat hoofdstukken voordat ze eindelijk op de camping aankomen. Zonder hindernissen was dat misschien al na een bladzijde gepiept.
16. En tot slot: veel lezen helpt ook om beter te gaan schrijven!
Reacties
hoe kan ik mooi zinnen schrijven zonder fouten en goed verslagen
Beste H,
Je kunt Nederlandse les volgen op tal van plekken in Nederland en België. In Vlaanderen kan het op deze plekken: http://www.nederlandsoefenen.be/ In Nederland kun je hier kijken waar je terecht kunt: https://oefenen.nl/
Veel succes ermee! Groeten, Maartje van Taalhelden