Is het verhuisd of verhuist?
Is het met een d of een t?
Is het met een d of een t?

Is het verhuisd of verhuist?
Als het nog bezig is en de zin dus in de onvoltooid tegenwoordige tijd staat, dan is het verhuist.
• Hij verhuist naar Brussel.
Als het de voltooid tegenwoordige tijd of de voltooid verleden tijd is, dan is het verhuisd.
• Hij is gisteren verhuisd.
• Hij was al twee keer verhuisd.
’t Kofschip
Bij de voltooide tijd van verhuizen is 't kofschip een handig ezelsbruggetje. Je moet je dan afvragen: is de laatste klank van het werkwoord zonder -en een van de medeklinkers uit ’t kofschip, namelijk t, k, f, s, ch of p?
Het werkwoord verhuizen zonder -en is verhuiz. De z zit niet in ’t kofschip, dus komt er in de voltooide tijd een d achter.
Maar omdat de z een s wordt zodra je die d erachter zet, denken sommige mensen dat verhuizen zonder -en verhuis is. Dan zou de laatste letter een s zijn en die zit wél in 't kofschip. Pas goed op voor zulke valse eindletters.
verhuizen
• Hij verhuist.
• Hij verhuisde.
• Hij is verhuisd.
Wil je meer lezen?
Op Taalhelden:
Op andere websites:
Over het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden
Reacties
Als de verleden tijde met een d is , als in verhuisDe, da is het voltooid deelwoord ook met een D ! Vb fietste .... gefietst !
De regel van 't kofschip (fokschaap) is achterhaald of nog: … gelet op het massaal aantal fouten, werkt niet. Je kunt beter 1. uitleggen dat het slechts om 6 laatste letters gaat (van de 26 in het alfabet) waar problemen ontstaan: p-t-k en f-s-ch ... en die eisen allemaal een "t"; 2. erop wijzen dat dit 6 "stemloze" medeklinkers zijn, alle overige 20 letters zijn stemhebbend (klinkers inbegrepen); 3. die 6 vragen een "t" omdat een "t" ook stemloos is: soort zoekt soort!; 4. van die 6 kunnen alleen de "f" en de "s" doen twijfelen: "f" heeft immers een werkwoord met -ff- OF met -v- en "s" heeft een werkwoord met -ss- OF met -z- . De "t" komt alleen bij ww. met -ff- en -ss-.
Een langere uitleg kort: de tip van het nu-moment (of toekomst) blijft gelden... hij verhuisT vandaag of morgen. Maar bij tijden (van zwakke werkwoorden) die het verleden weergeven, is bij de vraag of het "verhuisd" of "verhuist" is het antwoord dat het om het werkwoord met -z- gaat (verhuiZen), soort zoekt soort, dus [Hij is/was/heeft (iets)] "verhuisD". Niet zo bv. met blussen, een werkwoord met -ss-: [hij heeft de brand] geblusT.
Eenzelfde tegenstelling met -ff- en -v- : beseft, heeft beseft (< beseFFen) en leeft, heeft geleefd (< leVen).
Notabene: de andere tip dat je moet luisteren hoe het verleden uitgesproken wordt: "verhuisde" dus "verhuisd" werkt NIET voor anderstaligen.