1249
Vroegste notariële akte
Vroegste notariële akte

De in mei 1249 geschreven schepenbrief van Bochoute is de vroegste Nederlandstalige ‘notariële akte’. Het gaat om de verkoop van een grond tussen boer Boud en Gentse burger Hendrik. De tekst is waarschijnlijk in het Nederlands geschreven omdat ze geen Latijn kenden.
'Boidin molniser vercochte ii½. bunre lans'
De akte begint zo:
De scepenen van bochouta quedden alle degene die dese lettren sien selen i(n) onsen here; Si maken bekent die nu sien ende wesen selen; Ende den scepenen van velseke teuoirst dat der boidin molniser van dalle(n) vercochte den hare henricke van den putte portere van ghint .ii½. bunre lans de rode met .xx. voeten
Dat betekent:
Boud Meulenijzer verkocht tweeëneenhalve bunder land
De schepenen van Bochoute groeten al degenen die deze akte zullen zien in (de naam van) onze Heer. Zij maken bekend aan degenen die nu zijn en die zullen zijn, in de eerste plaats aan de schepenen van Velzeke, dat Boud Meulenijzer aan de heer Henrik van de Putte, burger van Gent heeft verkocht tweeëneenhalve bunder land, (gemeten met) de roede van 20 voet.