1130

Arnoldus Battaviensis (‘behorend tot het geslacht van Betuwe’) schrijft in 1130 in het Belgische Tongeren de laatste Oudnederlandse tekst die is overgeleverd. Vanaf dan noemt men de taal Middelnederlands in plaats van Oudnederlands. Arnoldus noteert achter het evangelie van Mattheus op een halflege pagina de namen van de dertig monniken en nonnen die zich in het klooster bevinden. Daaronder schrijft hij:

Tesi samanunga was edele unde scona

Dat betekent:

Deze gemeenschap (verzameling) was edel en mooi