De jongerenwebsite van de taalunie

wereldwijd
   

Esperanto

Boegspriet in kunsttaal

Twee voorvechters van het esperanto, Zamenhof (vierde van links) en Michaux (eerste van links) op het eerste Esperanto Congres in Boulogne in 1905. ©  UEA
Twee voorvechters van het esperanto, Zamenhof (vierde van links) en Michaux (eerste van links) op het eerste Esperanto Congres in Boulogne in 1905. © UEA

Foto: UEA/Wikimedia Commons

Esperanto is een ‘kunsttaal’, in 1887 gelanceerd door de Rus L.L. Zamenhof. Het is de enige kunsttaal met een wereldwijde sprekersgemeenschap van naar schatting 2 miljoen sprekers, waarvan 2000 moedertaalsprekers. De taal is ook de enige kunsttaal die in de loop van de tijd een aantoonbare evolutie heeft doorgemaakt. In de gemaakte taal Esperanto is bijna alles geïmporteerd. De oorspronkelijke brontalen van het Esperanto-woordenschat zijn Latijn, Frans, Duits, Engels, Russisch en Pools, met enkele bijdragen uit of invloeden van het Jiddisch, klassieke Grieks en Hebreeuws.

Afval en gaffel

Sinds de publicatie van de eerste Esperantobrochure door Zamenhof in 1887 is de basiswoordenschat van de taal zeker vertwintigvoudigd en zijn er ook veel termen die direct of indirect uit andere dan de oorspronkelijke brontalen zijn overgenomen. Uit het Nederlands komen bijvoorbeeld afval, bakboord, berm, boegspriet, edammer, gaffel, harpoen, polder, rotan, schaats, takel. Vaak ging dat via andere talen.

Bron: Nederlandse woorden wereldwijd, Nicoline van der Sijs (uitgeverij SDU).

Gerelateerde berichten