Taalverandering
'Dat' is steeds vaker 'wat'
'Dat' is steeds vaker 'wat'

Taal verandert. Hoe gaat dat?
Taalveranderingen verlopen doorgaans in een slakkentempo. Sterker nog, in het begin heeft niemand in de gaten dát er een verandering gaande is. Iedereen denkt namelijk dat er sprake is van een fout. Je kunt zeggen dat er een begintoestand (A) is waarin iedereen iets op dezelfde manier zegt. Bijvoorbeeld:
Het huis dat gisteren in brand stond.
Daarna komt er iemand die ervan afwijkt en af en toe navolging krijgt. Die zegt:
Het huis wat gisteren in brand stond.
In dit stadium bestaan er twee taalvarianten naast elkaar. We noemen dat toestand B.
Taalverandering dat/wat nog niet voltooid
Toestand C treedt in wanneer de taalgemeenschap op den duur alleen nog de tweede variant gebruikt: taalverandering voltooid. De verandering van dat naar wat is al in de zeventiende eeuw begonnen en we zitten nog altijd niet in toestand C.