Niets en nalles
Ooit, nooit, ergens, nergens
Ooit, nooit, ergens, nergens

Het tegenovergestelde van iets is niets, en nergens staat tegenover ergens. Maar tegenover alles staat niet nalles. Hoe zit dat?
Verschil tussen iemand en iedereen
Om te snappen hoe dat zit moeten we de vergelijking uitbreiden. Dan krijgen we twee rijtjes.
Ten eerste het rijtje:
iets – ergens – ooit – iemand
Met als tegenpolen:
niets - nergens - nooit - niemand
Het tweede rijtje bestaat uit:
alles – overal – altijd – iedereen
Dit rijtje heeft geen tegenpolen met een n.
Universele kracht
Als je naar de logica daarvan kijkt, zie je dat de twee rijtjes grondig van elkaar verschillen. De woorden van het eerste rijtje wijzen naar een plaats, tijd, persoon of zaak. Of, zoals de beoefenaars van de logica het noemen: deze woorden hebben existentiële kracht. Het tweede rijtje zegt iets over álle plaatsen, tijden, zaken, personen of zaken. Deze woorden hebben universele kracht.