Heel even zelfverzekerd
Column: Taalmeisje in Amsterdam
Column: Taalmeisje in Amsterdam

Lotte Krakers (18) begon in september 2014 aan een studie Nederlandse Taal en Cultuur in Amsterdam. Op gezette tijden houdt ze de Taalhelden-lezers op de hoogte van haar belevenissen. Of, zoals ze het zelf zegt: 'Ik wil jullie graag meenemen in mijn nog-niet-zo-perfecte leven als studente Nederlands.'
‘Ga je me voorlezen, schatje?’ vroeg het metromannetje dat naast me zat. Hij lurkte aan zijn blikje bier, terwijl ik me verdiepte in redekundige ontleding. Ik keek op van m’n boekje zinsontleding en besloot dat de man in kwestie niet erg geïnteresseerd zou zijn in de verschillende methodes om naamwoordelijke gezegdes te vinden. ‘Nee, sorry’, zei ik tegen de man, en voelde me voor even een hele zelfverzekerde Amsterdamse.
'Ik zou Nederlands studeren en het
Io Vivat brallen in een volle sociëteit'
Het worden van een Amsterdams studentje was een scenario dat ik in m’n middelbare schooltijd veelvuldig had uitgedacht. Ik zou Nederlands gaan studeren, biertjes gaan drinken in het Vondelpark, het Io Vivat gaan brallen in een volle sociëteit. En op het moment dat ik terugkeek in mijn boekje, en me realiseerde dat alles wat ik wilde me ook daadwerkelijk gelukt was, besloot ik dat ik best wel een beetje gelukkig was.
Het feit dat ik mag studeren in zo’n prachtige plek als Amsterdam draagt natuurlijk bij aan dat geluk. De stad leeft veel meer dan het dorpje waar ik vandaan kwam – mijn taalhartje gaat er vooral sneller van kloppen. Ik geniet als ik flarden opvang van Franse, Engelse of Duitse gesprekken en glimlach als ik naar Middelnederlandse boekjes zoek in de heerlijk grote openbare bibliotheek.
'Het is niet zo dat ik, zoals veel mensen denken,
elke dag bezig ben met werkwoordvervoegingen'
Geluk zit ‘m ook in dat ik elke dag mag doen wat ik leuk vind; Nederlands studeren is een goede keus geweest. Het is niet zo dat ik, als eerstejaars studente Nederlands, zoals veel mensen denken, elke dag bezig ben met werkwoordvervoegingen en spannende de- of het-kwesties. Nee, ik speur naar motieven in het werk van Hermans, analyseer betogen en weet wat het precies inhoudt als iemand een post hoc ergo propter hoc-drogreden gebruikt. En daar word ik, als taalmeisje, blij van.
Mijn metro reed verder, langs voor mij nog onbekende plaatsen. Mijn moment van reflectie werd verstoord toen ik plots voelde dat mijn studieboekje waarschijnlijk niet meer in dezelfde staat verkeerde als toen ik ‘m aanschafte. ‘Sorry’, zei het metromannetje, terwijl hij het gevallen blikje bier van de grond raapte. ‘Dat krijg je er nou van hè, als je me dingen weigert.’ Beteuterd keek ik naar de doorweekte bladzijden en plots voelde ik me weer het onzekere dorpsmeisje van een aantal maanden terug.
Lees ook de volgende column van Lotte: Taalmeisje in Amsterdam - Reynaert de Vos is niet dood
Reacties
In principe is het onmogelijk om te lurken aan een blikje bier. 2/10
Het lijkt toch wel mogelijk hoor. Kijk maar. - Maartje, Taalhelden