Deens
Sjorren en sjouwen in Denemarken

Deens is een Noord-Germaanse taal, de moedertaal van meer dan 5 miljoen mensen en de officiële taal van Denemarken, Groenland en de Faerøer (naast het Faerøers). De Scandinavische landen vormden eeuwenlang een politieke en een taalkundige eenheid.
Kar en zak
In de middeleeuwen en in de zestiende eeuw vertoonden de Scandinavische talen slechts kleine verschillen en ze beïnvloedden elkaar onderling. Juist in die middeleeuwen en de zestiende eeuw was de invloed van het Nederlands zeer groot, door de sterke handel die plaatsvond op de Noordzee en de Oostzee. Die invloed begon vanuit Friesland: in de periode tussen de zesde en de elfde eeuw, met een bloeitijd in de negende eeuw, voeren Friezen op Noord-Europa vanuit Dorestad (Wijk bij Duurstede) en andere steden. In deze periode hebben de Scandinavische talen een aantal woorden overgenomen die waarschijnlijk afkomstig zijn uit het Fries, maar die ook in het Nederlands voorkomen en dus ook door het Nederlands beïnvloed kunnen zijn. Voorbeelden zijn de van oorsprong Friese woorden baken, eiland, kapen, sjorren, sjouwen, en drie woorden die het Germaans uit het Latijn heeft geleend en die via het Fries of Nederlands Scandinavië hebben bereikt, namelijk anker, kar en zak.
Dwaas en heimelijk
In de hierop volgende periode wisselden Vlaamse, Nederlandse en Noord-Duitse Hanzesteden vele producten uit met Scandinavische landen. De leenwoorden die in die periode werden overgenomen, kunnen zowel uit het Nederlands als uit het Nederduits zijn overgenomen. Het gaat om circa 1400 woorden, waaronder veel samenstellingen en afleidingen zoals aangeven, aanklagen, aannemen, bevatten, bezetten, dwaas, eerlijk, heftig, heimelijk, hoogmoedig, mishagen.
Nederlands toneel in Kopenhagen
De sterkste banden tussen de Lage Landen en Denemarken en Noorwegen bestonden er in de regeringsperiode van Christiaan IV, die zestig jaar duurde, van 1588 tot 1648. Hij beschouwde Nederland als voorbeeldland en haalde Nederlandse vaklui, schilders, architecten, projectmakers naar Denemarken. In de Noordse Oorlog tussen 1655 en 1660 stonden de Nederlanders de Denen bij in hun strijd tegen Zweden. Vondel verbleef in 1657 in Kopenhagen en schreef in het Nederlands meerdere huldigingen aan de koning en zijn familie ter gelegenheid van de Nederlands-Deense overwinning op Zweden. In 1663 werd Kopenhagens eerste vaste schouwburg opgericht op initiatief van de Nederlandse koopman Andries Joachimsen Wolf; reizende toneelgezelschappen voerden onder andere het werk van Vondel uit.
Bron: Nederlandse woorden wereldwijd, Nicoline van der Sijs (uitgeverij SDU).