Woordenlijst Biologie
Wat betekenen deze woorden?

aminozuur
Aminozuren zijn de bouwstenen voor eiwitten. Het is carbonzuur met een of meer aminogroepen in de molecule.
biotoop
Een biotoop is de natuurlijke levensruimte van een dier of plant.
chromosoom
Dit staafachtige lichaampje onstaat tijdens de celdeling uit de celkern. Een chromosoom is opgebouwd uit DNA en DNA-bindende eiwitten en bevat informatie voor erfelijke eigenschappen.
dominant
Dominant betekent: de werking van andere - recessieve - eigenschappen onderdrukkend.
DNA
DNA komt van desoxyribonucleïnezuur, een stof die in chromosomen aanwezig is en alle erfelijke eigenschappen bevat.
fotosynthese
Met behulp van licht zetten planten water en koolzuur om in koolhydraten. Dat heet fotosynthese.
genen
Een gen is een stof die in de celkern erfelijke eigenschappen draagt. Het meervoud van gen is genen.
genetica
Erfelijkheidsleer. De studie naar erfelijkheid.
immuun
Iets is immuun voor iets anders als het niet vatbaar is voor gif, ziekte of infectie.
koolhydraten
Koolhydraten worden ook wel suikers of sachariden genoemd. Bekende voorbeelden zijn glucose, zetmeel en cellulose.
organisme
Een levend wezen.
proteïne
Proteïne is een ander woord voor eiwitten. Er zijn honderdduizenden soorten eiwitten, maar ze bestaan allemaal uit aminozuren.
populatie
Een niet geselecteerde groep individuen van een ras of soort die zich op een bepaald moment op een bepaalde plaats ophouden, noemen we een populatie.
recessief
Recessieve eigenschappen worden onderdrukt door dominante eigenschappen . Ze zijn dus niet zichtbaar als er dominante eigenschappen aanwezig zijn.
stofwisseling
Alle biochemische processen die in een levend wezen plaatsvinden. Stofwisseling wordt ook wel metabolisme genoemd.
Wil je meer lezen?
Op andere websites
De betekenis van Nederlandse woorden vind je op vandale.nl en vandale.be.