Dierenwerkwoorden
IJsberen en zweefvliegen

Sommige dieren zijn werkwoorden. Of anders gezegd: sommige werkwoorden zijn ook dieren. Kun jij er nog meer bedenken? Zet ze in de reacties.
• Zweefvliegen
Vliegen in een zweefvliegtuig.
• IJsberen
Rusteloos heen en weer lopen.
• Vissen
Met een hulpmiddel vissen of andere waterdieren vangen.
• Hamsteren
Voorraden inslaan met het oog op schaarste.
• Muizen (ertussenuit)
Ongemerkt weggaan.
• Mollen
Stukmaken.
• Geiten
Giechelen en geheimzinnig doen.
• Papegaaien
Onnadenkend napraten.
• Vlooien
Uitpluizen.
• Kraaien
Met schelle stem uitroepen
• Krabben
Nagels of een scherp voorwerp over iets heen halen.
• Tijgeren
Op ellebogen en knieën sluipen, met het lichaam zo dicht mogelijk bij de grond.
• Katten
Afsnauwen.
• Gieren
Zeer uitbundig lachen.
• Motten
Ruzie zoeken.
• Bokken
Nors zijn omdat je je verongelijkt voelt.
• Spinnen
Uit lange vezels een draad vormen. Of bij katten: een snorrend geluid maken.
• Hengsten
Hard slaan.
• Kauwen
Iets met tanden en kiezen vermalen.
• Hoppen
Van de ene naar de andere plaats gaan.